” Er stond een grote vrachtauto op het terrein van de volkstuin. Terwijl ik nieuwsgierig in de laadruimte keek, hoorde ik mijn naam. Het was Joop Oonk, die ook volkstuinder is. Ik ken hem van lang geleden toen hij trainer was in de sportschool waar ik drie keer per week kwam. Hij vertelde me wat de stichting Blije Buren doet. ‘Ik ben ambassadeur,’ voegde hij er aan toe, ‘wil jij dat ook worden?’
Op dat moment kwam Peter Hoeboer tevoorschijn van achter de kratten die de vrachtauto vervoerde. ‘Ik zou het een eer vinden als ik ambassadeur mag worden,’ zei ik.
Om het te vieren kreeg ik een grote tray oranje tomaten om aan mijn tuin-buren uit te delen. Die keken allemaal blij en verwonderd toen ik ze gaf. Zo vaak gebeurt het niet dat iemand trakteert. ‘Bij deze club wil ik horen,’ dacht ik, terwijl ik het laatste bakje weggaf. In een wereld vol conflict bestaan nog eilandjes van goedheid. Blije Buren is er zo een. ”
Yvonne Kroonenberg